Voorbereiding:
Voor je deze les kunt gaan geven is het van belang dat je eerst de poster van de hiërogliefen en de letterkaarten op hangt in de klas. Zo kunnen de leerlingen voor de les al een beetje kennis maken met de hiërogliefen en je hebt als leerkracht gelijk de nieuwsgierigheid geprikkeld. Maak daarnaast zelf ook een klein berichtje van hiërogliefen voor de leerlingen op het bord of een groot vel. Als laatste is het van belang dat de leerkracht voor iedere leerling een kopie maakt van het voorbeeldblad hiërogliefen. Dit blad is ervoor bedoeld dat de leerlingen dit de hele tijd hoeven te kijken naar de poster of naar de letterkaarten.
Materialen:
- Blanco A4-papier
- A3- vellen ( per tweetal)
- zwarte stiften
- linialen
- grijze schrijfpotloden
- kleurpotloden
- 3 of 4 hiërogliefenmemoriespellen
- voorbeeldblad hiërogliefen voor iedere leerling
- een Nederlands woordenboek ( per tweetal)
Doelen van de leerlingen:
- De leerlingen bespreken hun plannen met elkaar en porberen samen tot een goed eindproduct te komen.
- De leerlingen leren goed te kijken naar de voorbeelden van de hiërogliefen en proberen deze zo duidelijk mogelijk na te maken.
Inleiding:
De leerkracht:
De leerkracht begint met de leerlingen een leergesprek over hiërogliefen. Vragen als: “wat zijn hiërogliefen?”, “Waar gebruikt de Egyptenaren hiërogliefen voor?”.Kunnen aan de orde komen. De leerkracht zorgt ervoor de leerlingen vooral zelf na gaan denken en dat zij/hij zelf niet al te veel vrij geeft aan informatie over de hiërogliefen. Door de leerlingen zelf na te laten denken kunnen zij elkaar informatie geven en zullen de leerlingen allemaal betrokken zijn bij het gesprek dan wanneer de leerkracht alle informatie geeft. De leerlingen zullen op deze manier ook sneller de stof in hun opnemen.
Wanneer de leerlingen klaar zijn met het memoriespel, krijgen de leerlingen allemaal een A4-blad en mogen ze hun naam, geboortedatum en geboorteplaats op het blad schrijven in hiërogliefen. Daarnaast deelt de leerkracht een kopie uit van het voorbeeldblad hiërogliefen.
De leerling:
De leerlingen krijgen per groep van 5 a 6 leerlingen een memorie spel. Het is de bedoeling dat de leerlingen tweetallen kunnen vinden van de hiërogliefen. Wanneer een leerling een paar heeft gevonden krijg deze leerling nog een beurt totdat de leerling geen paren meer kan vinden. Wanneer een leerling een kaart omdraait moet hij/zij deze laten liggen totdat iedereen de kaart goed heeft gezien. De leerling met de meeste paren heeft gewonnen.
De leerlingen gaan aan de slag met de hiërogliefen om hun naam, geboortedatum en geboorteplaats te schrijven op het gekregen A4-blad. De leerlingen kunnen dit zelfstandig doen. De leerlingen kunnen hun voorbeeldblad hiërogliefen gebruiken bij het maken van de opdracht.
Kern:
De opdracht van de les is dat de leerlingen een spreekwoord uit de Nederlandse taal gaan schrijven in hiërogliefen. De kinderen mogen naast onder de tekst van de hiërogliefen een kleine tekening maken van het spreekwoord. Op de achterkant van het blad mogen de leerlingen het spreekwoord in het Nederlands schrijven.
De leerkracht:
De leerkracht verdeelt de leerlingen in groepen van twee en geeft iedere groep een A3- blad. De leerkracht laat drie leerlingen de woordenboeken uitdelen. Het is de bedoeling dat de tweetallen eerst zelf gaan nadenken of ze een spreekwoord kunnen bedenken als dit niet lukt mogen de leerlingen in het woordenboek kijken. Wanneer een tweetal een spreekwoord heeft gekozen gaan het tweetal naar de leerkracht. De leerkracht schrijft het spreekwoord op een papiertje zodat er niet een spreekwoord meerdere keren wordt gekozen.
De leerling:
De leerlingen gaan in tweetallen een spreekwoord bedenken. Wanneer een tweetal geen spreekwoord kan bedenken mogen ze kijken in het woordenboek. Als een tweetal een spreekwoord heeft en bij de leerkracht is geweest voor goedkeuring mag het tweetal aan de slag. De het tweetal gaat eerst met potlood de hiërogliefen op het A3-blad schrijven en als ze helemaal klaar zijn mogen ze de buitenkant van de hiërogliefen met een zwarte stift over tekenen. De leerlingen moeten ervoor zorgen dat elke hiëroglief tussen de 4 en 6 cm groot zijn. Als de tweetallen klaar zijn met het schrijven en in kleuren van de hiërogliefen mogen zij nog een tekening maken die betrekking heeft op hun spreekwoord. Op de achterzijde van hun A3-blad mogen de leerlingen hun spreekwoord in het Nederlands opschrijven.
Afsluiting:
De leerlingen leveren per tweetal hun spreekwoord en hun namen blad in bij de leerkracht. Daarnaast ruimen de leerlingen alle overige materialen netjes op.De leerkracht kan een aantal tweetallen hun spreekwoord laten presenteren.
De leerkracht:
De leerkracht houdt tijdens het opruimen toezicht in de klas en zorgt ervoor dat de leerlingen op het ingeleverde werk hun naam hebben gezet. De leerkracht kan een 4-tal groepen hun spreekwoord laten presenteren.
De leerling:
De leerlingen leveren hun werk in bij de leerkracht en zorgen ervoor dat hun naam op hun werk staat. De leerlingen ruimen hun gebruikte materialen op en gaan netjes klaar zitten voor de volgende les.
Suggesties voor een vervolgles:
De leerlingen hebben kennis gemaakt met de hiërogliefen en hebben een werkstuk gemaakt met spreekwoorden vertaalt in hiërogliefen. Voor een vervolgles zou de leerkracht de leerlingen zelf hiërogliefen of een geheimschrift in tweetallen kunnen laten bedenken. De leerlingen schrijven bij deze zelfbedachte geheimschrift een verslagje waarin ze uitleggen waarom ze voor deze tekens hebben gekozen.De leerlingen mogen naast deze hiërogliefen in tweetallen een eigen land verzinnen waar het geheimschrift een officieel schrift is. De leerlingen gaan in hun verslag het land uitgebreid beschrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten